13 okt 2025
SORA 2.5 Gepubliceerd: De Belangrijkste Wijzigingen Die U Moet Weten
De Specifieke Operatieve Risico-Assessment (SORA) is lange tijd de hoeksteen geweest voor het beoordelen van dronevluchten in de Specifieke categorie. Ontwikkeld door JARUS en overgenomen in heel Europa en daarbuiten, biedt SORA het risicogebaseerde kader voor UAS-operaties die niet in de Open categorie passen.
Met de formele publicatie van SORA 2.5 onder EASA’s AMC/GM voor Verordening (EU) 2019/947, zijn er verschillende belangrijke wijzigingen doorgevoerd, gebaseerd op de lessen uit versie 2.0. Het doel is meer duidelijkheid, consistentere beoordelingen en een soepeler proces voor zowel operators als autoriteiten.
Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste updates en wat ze in de praktijk betekenen.
Meer Structuur, Minder Onduidelijkheid
Een van de meest zichtbare veranderingen is hoe de documentatie is georganiseerd. In SORA 2.0 veroorzaakten overlappende bijlagen en overbodige bijlagen soms verwarring. In 2.5 is de samenvatting geïntegreerd in het hoofddocument en is er een duidelijker onderscheid tussen “Vereisten” en “Richtlijnen”. Dit helpt zowel operators als autoriteiten precies te zien wat verplicht is en wat adviserend is.
Een andere praktische verbetering: de set documenten die operators moeten indienen, is nu duidelijker gedefinieerd. Elke aanvraag moet nu minimaal een Operationeel Handboek, een conformiteitsmatrix en het officiële aanvraagformulier bevatten. Om consistentie over inzendingen te verbeteren, publiceert EASA nu een aanbevolen sjabloonstructuur voor het OM, wat meer uniforme autorisaties bevordert.
Qua proces splitst 2.5 de goedkeuringsstroom in twee fasen: eerst dient de operator de basisrisico's en aannames in, gevolgd door een volledig veiligheidsevidencepakket. Dit voorkomt grote herzieningen als aannames later worden betwist.
Van 11 Stappen naar 10 - Beperking Vroeger Verplaatst
SORA 2.5 vermindert de beoordelingsstappen van 11 naar 10, door onderdelen van de logica opnieuw te ordenen om risicoprogressie intuïtiever te maken. Beperking - de maatregelen om de gevolgen van een dronefout te beperken - is verplaatst vóór de OSO's (Operationele Veiligheidsdoelstellingen), zodat beperking nu wordt geëvalueerd vóór veel van de OSO-vereisten. Dit sluit beter aan bij hoe risico daadwerkelijk accumuleert en wordt gemitigeerd.
Ook is de term CONOPS (“Concept van Operaties”) vervangen door Gedetailleerde Operationele Informatie. Dat betekent dat operators nu duidelijkere sjablonen en richtlijnen moeten volgen over wat precies in dat document moet worden opgenomen, waardoor inzendingen consistenter worden.
Een Kwantitatieve Benadering van Grondrisico
Een van de meest substantiële wijzigingen is hoe grondrisico (GRC) wordt beoordeeld. Terwijl SORA 2.0 sterk afhankelijk was van kwalitatief oordeel, introduceert 2.5 een kwantitatief model dat rekening houdt met bevolkingsdichtheid, snelheid en het concept van een kritiek gebied - de zone rond de missie waar een verlies van controle gevolgen kan hebben.
EASA heeft zelfs een Kritiek Gebied Beoordeling Tool (CAAT) ontwikkeld om operators te helpen aantonen dat hun werkelijke risico lager is dan baseline tabellen kunnen suggereren. Dit biedt meer flexibiliteit, als je kunt bewijzen dat je ontwerp of route veiliger is, krijg je minder beperkingen.
Met een verdere knipoog naar proportionaliteit worden kleine drones (≤ 250 g en ≤ 25 m/s) nu automatisch geplaatst in de laagste grondrisicoklasse (GRC 1). Drones tot 900 g bij lagere snelheden genieten enkele versoepelde mitigatievereisten wanneer van toepassing.
Mitigatie & Veiligheidsdoelstellingen: ERP Verplaatst Naar Binnen
De manier waarop mitigatie is gestructureerd is aanzienlijk veranderd. Onder 2.5:
M1 mitigatie (grondrisico verlagen) is nu verfijnd tot M1A (schuilen), M1B (operationele grenzen), en M1C (grondobservatie).
M2 behandelt nog steeds impactreductietechnieken.
Belangrijk is dat het Noodreactieplan (ERP) niet langer een “bonus” mitigatie is (zoals M3). Het is verwijderd uit het mitigatie-niveau en wordt nu behandeld als een van de OSO's (veiligheidsdoelstellingen). Met andere woorden, elke operatie moet een geloofwaardig ERP incorporeren als onderdeel van zijn veiligheidsdossier — het is niet langer optioneel.
Beperking krijgt ook meer nuances: operators moeten nu definiëren of beperking Laag, Middel of Hoog is, met behulp van parameters zoals maximale grootte, snelheid, bevolkingsdichtheid van aangrenzende gebieden en SAIL-niveau.
Op het gebied van OSO's is het aantal doelstellingen verminderd van 24 naar 17 door redundantie te combineren. Het label “Optioneel” is verwijderd en vervangen door “Niet Vereist (NR)” om verwarring te voorkomen. Elk OSO geeft nu ook aan welke belanghebbende verantwoordelijk is (operator, fabrikant of opleidingsprovider), wat de verantwoordelijkheid verbetert.
Het Veiligheidsportfolio Wordt Sterker
Het Omvattend Veiligheidsportfolio (CSP) - het dossier dat alles samenbrengt - is robuuster in 2.5. Het moet nu duidelijk aangeven hoe externe dienstverleners (bijvoorbeeld U-ruimte serviceproviders) bijdragen aan het veiligheidsdossier, doorgaans via Service Level Agreements (SLA's). Deze verandering helpt autoriteiten de volledige verantwoordelijkheidsketen te zien in plaats van alleen interne delen van uw operatie.
Wat Nog Niet Veranderd (Nog Niet)
Tot nu toe blijft het luchtrisico (ARC)-evaluatiemodel grotendeels hetzelfde. Hoewel er besprekingen zijn over een toekomstig kwantitatief luchtrisicomodel, wordt dat verwacht in SORA 3.0, momenteel gepland voor rond 2027.
De strategische en tactische mitigatielogica blijft behouden, SORA 2.5 verfijnt eerder het kader dan dat het een complete revisie uitvoert. Er blijft enige kwalitatieve flexibiliteit waar data (bijvoorbeeld bevolkingskaarten) niet beschikbaar is.
Wat Dit Betekent voor Operators & Autoriteiten
Voor operators biedt SORA 2.5 meer structuur en minder onduidelijkheid. Uw veiligheidsdossier, mitigatiepaden en documentatie zijn duidelijker gedefinieerd. Maar met duidelijkheid komt de noodzaak om bestaande autorisaties te herzien - u moet beoordelen of uw aannames, marges en OSO’s nog steeds van toepassing zijn onder het nieuwe regime.
Autoriteiten hebben nu een sterkere basis om aanvragen te evalueren en consistente beslissingen te nemen. Het verwijderen van optionele “ERP-krediet”, duidelijkere rollen voor OSO’s en strengere leveranciersintegratie via CSP zullen waarschijnlijk de heen-en-weer wissel verminderen en de beoordelingsdoeltreffendheid verbeteren.
Toch moet de industrie letten op hoe nationale autoriteiten 2.5 aanpassen in hun eigen richtlijnen en implementatietijdlijnen. Vanaf de publicatie wordt een overgangsperiode verwacht. Sommige operators die gebruikmaken van 2.0-gebaseerde autorisaties zullen waarschijnlijk kunnen doorgaan tot vernieuwing, maar toekomstige indieningen moeten 2.5 gebruiken.
Hoe We Kunnen Helpen
Bij AirHub Consultancy begeleiden we organisaties door elke stap van het SORA-proces. Of u nu de overstap van SORA 2.0 naar 2.5 navigeert, een nieuwe operationele autorisatie voorbereidt of in gesprek gaat met bevoegde autoriteiten. We ondersteunen bij het opstellen van uw operationele en technische documentatie, het uitvoeren van kwantitatieve grondrisicobeoordelingen, het opbouwen van robuuste mitigatiestrategieën en het integreren van ERP- en beperkingsplannen die voldoen aan de nieuwste OSO verwachtingen. Onze interne expertise zorgt ervoor dat uw operatie zowel veilig als compliant is, ongeacht hoe complex of risicovol. Gecombineerd met het AirHub Platform, dat u helpt de bevolkingsdichtheid te visualiseren, uw kritieke gebieden in kaart te brengen en uw documentatie te structureren, bieden we een compleet ecosysteem om uw goedkeuringsproces te stroomlijnen en uw drone-operaties met vertrouwen op te schalen.
