Creëren en Beheren van No-Fly Zones

1.1 Grondbesturing – Overzicht van No-Fly Zones

Voordat u begint:
Een essentiële stap in de missieplanning is het definiëren van No-Fly Zones, gebieden waar de drone niet mag binnenkomen.
Deze zones helpen ongevallen te voorkomen en zorgen voor naleving van veiligheids- en privacyregels door gevoelige infrastructuur, privéterrein of bekende gevaren te markeren.

In AirHub vergroten No-Fly Zones de operationele veiligheid door te fungeren als geofences voor geautomatiseerde vluchten of als visuele referenties voor handmatig uitgevoerde missies.

1.2 Functionaliteit van No-Fly Zones – Geofence versus Visuele Referentie

Begrijpen hoe No-Fly Zones zich gedragen in verschillende missietypes is belangrijk voor correct gebruik.

Voor Ground Station-missies (Geautomatiseerd):
• De No-Fly Zone functioneert als een live geofence.
• De vluchtplanner vermijdt automatisch het routeren van de drone door het gedefinieerde gebied.
• Dit voegt een laag van geautomatiseerde veiligheid toe tijdens de uitvoering van voorgeprogrammeerde vluchten.

Voor Pilootmissies (Handmatig):
• De No-Fly Zone verschijnt alleen als een visuele referentie.
• Het voorkomt niet dat de piloot het gebied binnenkomt.
• De piloot moet handmatig ervoor zorgen dat de drone buiten de gemarkeerde grens blijft.

1.3 Hoe een No-Fly Zone te Tekenen

1. Open een bestaande missie of creëer een nieuwe vanuit de zijbalk.

2. Navigeer naar het gewenste vluchtgebied door te scrollen op de kaart of met de zoekbalk rechtsboven op het scherm.

3. Klik in de actiebar boven de kaart op het No-Fly Zone Tekenen icoon.

4. Kies Veelhoek uit de beschikbare tekenopties.

5. Klik op de kaart om de zone te definiëren.
   • Klik om elk punt van de veelhoek te plaatsen.
   • Dubbelklik op het laatste punt om de vorm te sluiten.

6. Eenmaal getekend, verschijnt de No-Fly Zone als een rode schaduw op de kaart.
   • Het wordt ook vermeld onder het Fly Zone tabblad in de missieplanner.

1.4 Hoe de Instellingen van een No-Fly Zone te Configureren

Nadat u de zone hebt gemaakt, kunt u de details aanpassen voor duidelijkheid en referentie.

1. Klik in de zijbalk van de missieplanner op het Fly Zone tabblad.

2. Zoek en selecteer de No-Fly Zone die u heeft gemaakt om het instellingenvenster te openen.

3. Voer een Naam in om deze snel te herkennen, bijvoorbeeld:
   • Schoolgebouw
   • Privéwoning
   • Hoogspanningsleiding

4. Controleer de zonegrenzen op de kaart om volledige dekking van het beoogde gebied te garanderen.

Het duidelijk definiëren van No-Fly Zones verhoogt het bewustzijn voor alle missie-deelnemers en helpt te voldoen aan de naleving en veiligheid gedurende uw vlucht.

1.5 Samenvatting

No-Fly Zones in AirHub zijn een essentieel hulpmiddel bij missieplanning voor het markeren van verboden of gevoelige gebieden.
Ze kunnen fungeren als geautomatiseerde geofences in Ground Station-missies of als visuele begeleiding in pilootmissies.
Door deze zones correct te definiëren en te benoemen, kunnen piloten en teams veilige operaties handhaven en potentiële risico's vermijden tijdens elke missie.