Geschreven door: Scott de Jong
Laatst bijgewerkt op 16 oktober 2025
Gebruik van Afstandsbedieningscommando's in het Drone Operations Center (DOC)
Voordat u begint:
De Afstandsbediening functie in AirHub stelt een operator in staat om overal ter wereld direct de controle over een actieve drone over te nemen via het Drone Operations Center (DOC).
Met een stabiele internetverbinding kunt u de drone op afstand vliegen, de camera en gimbal bedienen en visuele instellingen in realtime aanpassen, of de drone nu wordt gelanceerd vanaf een DJI Dock of bestuurd door een piloot in het veld.
Deze functie is ideaal voor afstandsinspecties, gecentraliseerde operaties en noodondersteuning, waar het commando veilig kan worden overgedragen aan een afstandspiloot.
Opmerking: Afstandsbediening vereist een Enterprise-abonnement en moet Afstandsbedieningscommando’s inschakelen op de aangesloten DJI Smart Controller.
1.1 Inschakelen van Afstandsbedieningscommando's op de Smart Controller
Als u een drone overneemt die handmatig wordt gevlogen (niet vanaf een Dock), moeten Afstandsbedieningscommando's zijn ingeschakeld op de DJI Smart Controller voordat een afstandspiloot de controle kan overnemen.
Ga naar een vlucht met behulp van de AirHub – Cockpit Workflow.
Terwijl u vliegt, kijk op de Smart Controller in de linkerbovenhoek van het scherm.
Vind het RC (Afstandsbedieningscommando's) pictogram, naast de Live-uitzending en Checklist knoppen.
Tik op het RC pictogram om Afstandsbedieningscommando's in te schakelen.
Het pictogram zal actief worden, wat bevestigt dat de drone nu op afstand input van het DOC kan ontvangen.
Opmerking: Zonder het inschakelen van Afstandsbedieningscommando's kan de Afstandsbedieningssessie niet vanuit het Drone Operations Center worden gestart.
Tip: Ga naar de instellingen binnen de cameraview om Afstandsbedieningscommando's permanent in te schakelen.
1.2 Zet Afstandsbediening aan in DOC
Om toegang te krijgen tot Afstandsbediening moet de drone al in de lucht zijn en verbonden met het AirHub-platform via een van de volgende methoden:
Een DJI Dock, opererend in Grondstation-modus.
Een piloot in het veld, verbonden via de AirHub – Cockpit of DJI Pilot 2 Cloud-integratie.
Volg deze stappen om Afstandsbediening vanuit het Drone Operations Center te activeren:
Open het Drone Operations Center (DOC).
Ga naar de Cockpit View van de actieve drone.
U kunt op twee manieren naar de Cockpit-view gaan:
Door een Actieve Vlucht te openen.
Of door naar een Aangepaste Sessie te gaan, de drone aan die sessie toe te voegen, over de live-uitzending te zweven en op het gamecontroller-pictogram te drukken.
Klik in de rechterbovenhoek van de Cockpit-view op Afstandsbediening.
Zodra de verbinding tot stand is gebracht, wordt de volledige controle over de drone en de camera aan u overgedragen.
1.3 Ondersteunde Besturingsapparaten
AirHub ondersteunt meerdere invoerapparaten voor afstandsbediening, zodat u met precisie en comfort kunt vliegen:
Toetsenbord – Basisbesturing voor snelle of beperkte operaties.
Thrustmaster T16000M Joystick – Aanbevolen voor professionele controle en soepele vluchtinvoer.
Xbox 360 Controller – Ideaal voor intuïtieve, op joystick gebaseerde besturing en eenvoudige camerabediening.
Voordat u een apparaat gebruikt, zorg ervoor dat het wordt herkend en gekalibreerd door uw browser. Voor de beste prestaties, gebruik Chrome en controleer of browserinvoermachtigingen zijn verleend.
1.4 Beschikbare Besturingen en Functies
Zodra u verbonden bent, heeft u directe, realtime controle over de belangrijkste dronesystemen, inclusief:
Vluchtbesturingen
Handmatige bediening van gas, pitcho, rol en draai.
Soepel reageren met feedback met lage latentie.
Camera- en Gimbalbesturing
Pas de gimbaloriëntatie aan voor nauwkeurig richten.
Schakel tussen beschikbare camera's (bijv. breed, zoom, of thermisch).
Verander het Infrarood pallet om de thermische weergave aan te passen.
Begin of stop de video-opname en maak foto's direct vanuit de interface.
1.5 Netwerkeisen en Best Practices
Afstandsbediening is afhankelijk van een stabiele en snelle verbinding voor zowel video- als invoergegevens.
Voor optimale prestaties:
Zorg voor minimaal 100 Mbps upload- en downloadsnelheid aan beide uiteinden.
Gebruik een bedrade Ethernet of hoogkwalitatieve wifi-verbinding met minimale latentie.
Vermijd het schakelen van netwerken tijdens een actieve sessie.
Gebruik een toegewijde netwerkomgeving bij het uitvoeren van kritische of geautomatiseerde operaties.
1.6 Het beëindigen van een Afstandsbedieningssessie
Wanneer u klaar bent met uw operatie:
Klik in de Cockpit View (DOC) opnieuw op Afstandsbediening om de controle vrij te geven.
De drone geeft automatisch de controle terug aan de lokale piloot of het Dock-systeem.
Alle telemetrie wordt automatisch gelogd voor naleving en auditdoeleinden.
1.7 Samenvatting
De Afstandsbediening functie in AirHub maakt veilige, realtime dronebesturing overal ter wereld mogelijk via het Drone Operations Center.
Met ondersteuning voor joysticks, controllers en toetsenbordinvoer en naadloze camera- en thermische besturing stelt het organisaties in staat hun drone-operaties te centraliseren en op afstand deskundig toezicht te houden.
Onthoud: Voor Afstandsbediening is een Enterprise-abonnement vereist, Moeten Afstandsbedieningscommando's ingeschakeld zijn op de Smart Controller en een stabiele internetverbinding voor zowel de drone als de operator.